Vrijstellingen vastgoedbelasting
De vastgoedbelasting kent een aantal “vrijstellingen”. De belangrijkste is dat geen vastgoedbelasting wordt geheven over de woning die door de eigenaar als hoofdverblijf wordt bewoond. Ook is geen vastgoedbelasting verschuldigd over onroerende goederen die behoren tot het vermogen van een IB onderneming. Voor informatie over de VGB en de vrijstellingen kunt u ook terecht bij de Belastingdienst/Caribisch Nederland.
Belangrijkste vrijstellingen
De belangrijkste vrijstellingen zijn:
- De eigen woning die een belastingplichtige als hoofdverblijf gebruikt;
- Een onroerende zaak die onderdeel uitmaakt van het ondernemingsvermogen van een eenmanszaak;
- Bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor land- en bosbouw;
- Natuurterreinen;
- Onroerende zaken bestemd voor openbare erediensten zoals kerken;
- Zogeheten ‘dormant property’, slapend eigendom of wel braakliggende grond, als de eigenaar inwoner is van Caribisch Nederland;
- Een vrijstelling over de eerste 70.000 van de waarde van tweede woningen;
- Onroerende zaken van een lichaam dat op grond van artikel 5.2 van de Belastingwet BES geacht wordt in Nederland te zijn gevestigd.
Dit zijn niet alle vrijstellingen. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar artikel 4.4 Belastingwet BES
Daarnaast is er ook nog een investeringsvrijstelling