Tarief vastgoedbelasting
Het tarief voor de vastgoedbelasting is op dit moment 17,5% van de voordelen uit het onroerende zaak. Dit tarief wordt berekend over het fictief inkomen van 4% van de waarde over de onroerende zaak. Effectief is het tarief 17,5% X 4% = 0,7%.
Praktijkvoorbeeld
Stel, u bezit op 1 januari 2016 een onroerende zaak met een waarde van USD 200.000 en het betreft een tweede woning. Voor een tweede woning geldt (vanaf 2014) een vrijstelling over de eerste USD 70.000,-. De belasting wordt berekend over USD 130.000. U betaalt daarover 0,7% vastgoedbelasting =USD 910
Stel, een vennootschap bezit v.a. 2014 een onroerende zaak met een waarde van USD 500.000. Het betreft een woning. Sinds 2014 geldt voor woningen die geen hoofdverblijf zijn van de eigenaar (tweede woningen) een vrijstelling van USD 70.000,-. Deze vrijstelling is sinds 2014 ook van toepassing op lichamen. De belasting wordt berekend over USD 430.000. In 2016 betaalt het lichaam daarover 0,7% vastgoedbelasting = USD 3010.
Stel, een vennootschap bezit vanaf 2016 een hotel met een waarde van USD 300.000. Er is geen vrijstelling van toepassing. Voor hotels in bezit van een niet natuurlijke persoon bedraagt het belastingtarief 10%. Effectief wordt dus 0,4% belasting geheven (= USD 1200).
Eilandelijke Opcenten op de vastgoedbelasting
Over onroerende zaken waarover vastgoedbelasting wordt geheven, kan elk eilandgebied opcenten heffen. Het eilandgebied Bonaire heeft die opcenten sinds 2011 vastgesteld op 15% van de geheven vastgoedbelasting. Op de eilanden Saba en St. Eustatius worden geen opcenten berekend over de vastgoedbelasting.
Per 1 januari 2020 zijn de opcenten op de vastgoedbelasting verhoogd. Het gaat om een stijging van 15% naar 30% opcenten over de Rijksvastgoedbelasting van 0.7%. Dit betekent dat de vastgoedbelasting van 0.805% komt te liggen op 0.91% vanaf 2020.