FAQ Opbrengstbelasting

De aangifte en betaling opbrengstbelasting moeten uiterlijk 15 dagen na afloop van het tijdvak waarin de opbrengst is uitgekeerd zijn ontvangen door de Belastingdienst CN. Het tijdvak is voor de opbrengstbelasting altijd een kalenderkwartaal.

Bijvoorbeeld: als de opbrengst is uitgekeerd in januari 2024, dan dienen de aangifte en betaling uiterlijk 15 april 2024 ontvangen te zijn. 

De aangifte wordt bij voorkeur gedaan via MijnCN. Het is ook mogelijk om het aangifteformulier af te geven bij de balie van uw belastingkantoor of deze te mailen naar balie@belastingdienst-cn.nl.

Er hoeft slechts een aangifte opbrengstbelasting te worden ingediend op het moment dat in een kwartaal een opbrengst is uitgekeerd. Het is dus niet nodig om voor kwartalen waarin geen opbrengst is uitgekeerd nihilaangiften opbrengstbelasting in te dienen.

Als de aangifte niet of niet binnen de termijn wordt ingediend, is er sprake van een aangifteverzuim. Bij het eerste verzuim wordt geen boete opgelegd maar een waarschuwing uitgereikt. Bij het tweede of volgend verzuim binnen een periode van 24 maanden na het voorgaande verzuim wordt een boete van USD 100 opgelegd. 

Als de betaling niet of niet binnen de termijn wordt ontvangen, is er sprake van een betalingsverzuim. Voor dit verzuim wordt een boete opgelegd van 5% van de niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting. De verzuimboete bedraagt minimaal USD 100 en maximaal USD 5.600.

De belasting bedraagt 7,5% van de opbrengst. Afhankelijk van de wijze waarop de opbrengst wordt uitgekeerd, bruto of netto, is de berekening als volgt:

Netto

De belasting wordt ingehouden op de uit te keren opbrengst. De belasting bedraagt 7,5% van de opbrengst.

Bruto

Het lichaam neemt de opbrengstbelasting voor haar rekening. De belasting bedraagt 100/95 92,5 x 7,5% van de opbrengst.

Op onze website vindt u onder Opbrengstbelasting en vervolgens Tarief opbrengstbelasting een rekenvoorbeeld.

Let op: Voor opbrengsten die zijn uitgekeerd tot en met 31 december 2024 bedraagt de belasting 5% van de opbrengst.

Een lichaam (met uitzondering van in Caribisch Nederland gevestigde stichtingen en doelvermogens) heeft een vestigingsplaatsbeschikking of 50%-beschikking nodig om onder de werking van de opbrengstbelasting te vallen.

Als een in Caribisch Nederland gevestigd lichaam geen vestigingsplaatsbeschikking of 50%-beschikking aanvraagt, of het verzoek wordt afgewezen, dan wordt het lichaam geacht te zijn gevestigd in Europees Nederland. Het lichaam valt dan onder het regime van de vennootschapsbelasting en mogelijk dividendbelasting aldaar en is niet inhoudingsplichtig voor de opbrengstbelasting in Caribisch Nederland.

Dit is de vestigingsplaatsfictie die beoogt te voorkomen dat ongepast gebruik wordt gemaakt van het fiscaal stelsel in Caribisch Nederland waar geen winstbelasting wordt geheven.

Ja, een in Caribisch Nederland gevestigde stichting of doelvermogen valt altijd onder het regime van de opbrengstbelasting. Er hoeft geen vestigingsplaatsbeschikking te worden aangevraagd.

Ook in Caribisch Nederland gevestigde lichamen die in het bezit zijn van een beschikking waaruit blijkt dat ze zijn toegelaten tot een handels- en dienstenentrepot als bedoeld in hoofdstuk V van de Douane- en Accijnswet BES, vallen altijd onder de werking van de opbrengstbelasting en hoeven geen vestigingsplaatsbeschikking aan te vragen.

Het lichaam komt in aanmerking voor een vestigingsplaatsbeschikking als het in Caribisch Nederland is gevestigd en voldoet aan één van de voorwaarden van artikel 5.2 tweede lid Belastingwet BES.

Deze voorwaarden kunt u hier vinden op onze website.

Het lichaam komt in aanmerking voor een 50%-beschikking als het in Caribisch Nederland is gevestigd en voor ten minste 50% deelneemt in een lichaam dat is toegelaten tot een handels- en dienstenentrepot als bedoeld in hoofdstuk V van de Douane- en Accijnswet BES of in een lichaam dat een vestigingsplaatsbeschikking heeft ontvangen, en de overige bezittingen van het lichaam voldoen aan artikel 5.2 tweede lid, onderdeel b Belastingwet BES.

De 50%-beschikking is er voor houdstervennootschappen (holdings) die een aandelenbelang van ten minste 50% hebben in een lichaam dat in het bezit is van een vestigingsplaatbeschikking. 

Waar een lichaam is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. In het algemeen kan er van worden uitgegaan dat de werkelijke leiding van het lichaam berust bij het bestuur en dat de vestigingsplaats van het lichaam overeenkomt met de plaats waar dit bestuur zijn leidinggevende taak uitoefent.

Dit betekent dat de vestigingsplaats van het lichaam, enkele uitzonderingen daargelaten, de plaats is waar de werkelijke leiding woont of gevestigd is.

Als het lichaam in het bezit is van een 95%-beschikking en indien met ingang van 1 januari 2024 aan de nieuwe voorwaarden wordt voldaan voor een 50%-beschikking, dan hoeft u geen actie te ondernemen. 
De 95%-beschikking zal dan worden omgezet in een 50%-beschikking. Het lichaam ontvangt hiervan geen apart bericht.

Als het lichaam niet voldoet aan de nieuwe voorwaarden die zijn gesteld aan de 50%-beschikking, dan komt de 95%-beschikking per 1 januari 2024 te vervallen. U dient dit zelf namens het lichaam door te geven aan de Belastingdienst CN.

Indien u het lichaam wilt afmelden voor de opbrengstbelasting, dient u het lichaam eerst te ontbinden en liquideren. Voor de afmelding bij de Belastingdienst CN dient u gebruik te maken van het afmeldingsformulier en de volgende informatie als bijlagen eraan toe te voegen:

• publicatie van het ontbindingsbesluit in de Staatscourant;
• recent uittreksel van de Kamer van Koophandel; en
• stakingsbalans of liquidatiebalans.

Het afmeldingsformulier met bijlagen kunt u mailen naar balie@belastingdienst-cn.nl.